de 4C's
Bewerking / Slijpvormen / Bijzondere Diamanten
Kloven, zagen en snijden
Een ruwe diamant kan nog niet als sieraad dienen. Een ruwe diamant is dof en vrijwel altijd onregelmatig van vorm. De diamant krijgt pas na verschillende bewerkingen zijn eigen vorm en schittering. Eerst worden alle onzuiverheden eruit verwijderd. Dat doet men door het onzuivere deel eraf te slaan (kloven) of door het eraf te zagen. Voor deze handeling wordt uitgevoerd bekijkt een deskundige door een sterk vergrootglas via welk proces dit moet plaatsvinden. Ook geeft deze exact aan hoe de schoonheid van de diamant maximaal kan worden benut. Na het aftekenen van de steen kan worden gekloofd of gezaagd. Dit gebeurt met behulp van andere (industriële) diamanten, omdat diamant nu eenmaal het hardste materiaal is. Bij het kloven splijt er een stukje van de steen af. Voor het zagen van diamant wordt een bronzen schijf gebruikt waarvan de rand bedekt is met een laagje diamantpoeder. Deze maakt 5.000 tot wel 10.000 omwentelingen per minuut. Nadat er voorzichtig een gleufje ingezaagd is wordt het stukje eraf gezaagd. Deze bewerking duurt langer maar is secuurder dan het kloven. Het volgende proces bij de diamantbewerking is het snijden; dit gebeurd via een draaibankje, waardoor de diamant wordt geslepen met een ronde rand. Zo ontstaat de grondvorm. Deze is rond, ovaal, peervormig, langwerpig of vierkant.
Slijpen
Na het snijden volgt de laatste bewerking: het slijpen. Het slijpen gebeurt met behulp van een draaischijf, waarop diamantpoeder wordt gestrooid. Aan de diamant worden kleine vlakjes geslepen. Deze noemt men facetten. De vlakjes moeten zeer precies bij elkaar aansluiten. Dit is weer van groot belang omdat de slijper hiermee bepaalt of de diamant zijn volmaakte schittering zal krijgen.
Slijpvormen
Diamanten zijn in verschillende slijpvormen verkrijgbaar. De briljantvorm is de meeste bekende en heeft ook de hoogste reflectie . Een steen moet goed geslepen zijn, dit is van groot belang voor de aantrekkelijkheid van een steen. Maatgevend voor de sterke flonkering is de verhouding van de tafeldoorsnede tot de rondistdoorsnede, de verhouding van de hoogte van het bovendeel en het benedendeel tot de totale hoogte en de hoek tussen de facettenvlak en het rondistvlak. Indien een steen goed geslepen is dan gaat er 100% licht de steen in, en moet er 99,9% licht weer uitkomen en heeft de steen een hoge reflectie. Als dit niet het geval is en de steen uit verhouding is, zoals bijvoorbeeld een te grote punt aan de onderzijde, dan gaat een deel van het licht aan de zijkant van de steen naar buiten en komt dus niet 99,9% van het licht er weer uit, maar bijvoorbeeld 60%. Als u zo’n steen bekijkt door een loupe met 10x vergroting dan kunt u zelf zien dat zo’n steen niet zo fonkelt. Vanzelfsprekend is deze steen lang niet zo kostbaar als een goed geslepen steen. Om een goed resultaat te kunnen krijgen dient de slijpvorm te voldoen aan bepaalde parameters. Ieder facet heeft zijn eigen benaming. Het bovendeel van de briljant kent 32 – en het benedendeel 24facetten. (zie afbeeldingen hier onder) Diamant BRILJANT-slijpvorm parameters:
Diamant BRILJANT-benaming facetten:
Naast de slijpvorm ‘briljant’ kennen we ook andere slijpvormen die op diamant worden toegepast. De meest toegepaste diamantslijpsels treft u hier onder:
Bijzondere Diamanten
De KOH-I-NOOR
Toen deze diamant in handen kwam van het Britse koningshuis werd zorgvuldig gezocht naar een diamantslijper met een zeer goede reputatie. Ook werd er een stoommachine van vier PK gebouwd. Prince Albert legde de diamant in de houder, waarin de steen geslepen zou worden en de Duke of Wellington zette de stoommachine aan. De heer Voorzanger, een gerenommeerde diamantslijper uit Amsterdam, begon aan de zware opgave.
De heer Voorzanger werkte 38 dagen van twaalf uur aan de KOH-I-NOOR. De diamant werd geslepen in een ovale vorm en het gewicht werd teruggebracht tot 108,93 karaat. Maar toen hij klaar was, wilde de KOH-I-NOOR niet feller stralen als ervoor. Na 59 jaar werd de KOH-I-NOOR voor het eerst ingezet in de kroon die Queen Mary droeg bij haar kroning in 1911. In1937 werd de diamant ingezet in de koninklijke kroon die werd gemaakt voor de kroning van Queen Elizabeth tot Queen Consort. De kroon is gemaakt uit platinum en bevat meer dan 2.800 diamanten. Het merendeel daarvan is afkomstig uit een diadeem van Queen Victoria. De KOH-I-NOOR is de grote diamant die aan de voorkant is ingezet.
Andere zeer beroemde geslepen diamanten zijn ondermeer:
– Golden Jubilee (545,67 karaat) vindplaats: Zuid Afrika
– Cullinan I (530 karaat) Zuid Afrika
– Star of Afrika (530,20 karaat) Zuid Afrika
– Cullinan II (517,40 karaat) Zuid Afrika
– Regent (140,50 karaat) India Cullinan I Regent
De zwarte diamant ‘Vulcain’
Beroemde zwarte diamant (uit de media 2002):
AMSTERDAM – Veilingmeester Charles Pfeiffert laat de grootste zwarte diamant uit één kristal zien, die ooit ter veiling kwam. De nu al legendarische edelsteen van 179 karaat, die Vulcain is gedoopt, zal naar verwachting 1,2 miljoen euro opbrengen tijdens de veiling op 27 juni in het Midden-Franse Saint-Amand-Montrond. Deskundigen hebben vijftien jaar lang gewerkt om de steen zijn perfecte peervorm te geven, die het amberkleurige hart goed doet uitkomen.