Diamant - Woordenlijst

Termen

Betekenis/ beschrijving

Abrasion

afslijting Kleine krasjes langs de facetnaad waardoor witte vage lijnen ontstaan i.p.v. scherpe, heldere facetkantjes.

Antwerp

Antwerpen Wereldwijd het diamantcentrum. Gesitueerd langs de Schelde na Rotterdam de grootste havenstad van Europa.

Baguette

Baguette diamant Een diamant in een rechthoekige slijpvorm. Kan geleidelijk smaller worden langs één kant.

Bearded girdle, of Bearding

beschadigde rondist Talrijke, minuscule haarachtige breukjes langs de rondist die zich in de diamant uitstrekken.

Bezel

gefacetteerd vlak Een facet op de kroon, het bovenste gedeelte van de diamant boven de rondist.

Blemish

vlek op de diamant Een onzuiverheid aan de buitenzijde van de diamant.

Bort

onzuivere diamant, diamantafval Minderwaardige diamant die alleen voor industrieel gebruik kan worden gebruikt.

Bow Tie Effect

vlinderdas-effect Een effect veroorzaakt door een schaduwgebied zichtbaar in fantasievormen. Dit schaduwgebied wordt veroorzaakt doordat de onderkant van de diamant licht doorlaat.

Bruise

beschadiging Een insluitsel waarbij de buitenzijde van de diamant afbrokkelt, een proces dat vaak vergezeld wordt van pluimachtige, kleine breuken.

Burned Facet

Dit facet lijkt witachtig of verbrand omdat men het facet in een aan zijn groeirichting tegengestelde richting gepolijst heeft.

Carat Weight

Karaat, gelijk aan twee milligram, is de standaard gewichtseenheid voor diamanten en de meeste edelstenen. Niet te verwarren met karaat voor goud dat het percentage puur goud aangeeft. Wanneer andere waardebepalende factoren gelijk zijn, kan worden gesteld dat de waarde van de diamant (per karaat) meer stijgt naarmate het gewicht toeneemt.

Cavity

holte Inclusie of insluitsel zoals een grotere of een diepere spleet in de diamant.

Certificate

certificaat Een document dat de kenmerken van de diamant beschrijft en afgeleverd wordt door een gemmologisch instituut. Betrouwbare grading certificaten worden uitgegeven door: de HRD, het CGL, het IGI en de GIA.

CGL

Central Gem Laboratory CGL staat voor het Japanse ‘Central Gem Laboratory’ en werd in 1970 in Tokio opgericht. Hun voornaamste taak bestaat uit het sorteren, beoordelen en identificeren van diamanten en het beoordelen van slijpvorm en ‘heart and arrows’ motieven. Door de samenwerking met de Hoge Raad voor Diamant (HRD) is het CGL sinds 1992 ook in Antwerpen aanwezig.

Chip

flinter / kerfje Een minuscuul klein ontbrekend stukje toe te schrijven aan dagelijkse slijtage of aan beschadiging tijdens het slijpen.

Clarity

zuiverheid Clarity heeft betrekking op de zuiverheid van de diamant en varieert op een schaal van loepzuiver tot onvolmaakt. Zowel insluitingen (intern) als vlekken (extern) hebben invloed op de zuiverheid van de diamant. De grootte, het aantal en de plaats van de onzuiverheden, de ligging van de interne en externe kenmerken, de belangrijke structuurverschijnselen, de kleur en transparantie van onzuiverheden bepalen uiteindelijk de zuiverheidsgraad van een diamant. Slechts een beperkt aantal diamanten is loepzuiver, d.w.z. dat ze volledig vrij van insluitingen en vlekken zijn wanneer ze door een expert onder een loep (10x vergrotend) bekeken worden.

Cloud

sluier Een verzameling minuscuul kleine, witte onzuiverheden waardoor een witte schijn, ook wel eens sluier genoemd, ontstaat.

Coated Diamond

gemaskeerde diamant Een diamant waarbij een kleurlaagje op het oppervlak de eigenlijke kleur van de diamant maskeert. Hoewel deze kleurlaag groot kan zijn (b.v. het hele paviljoen bedekkend), beperkt de laag zich meestal tot één of twee facetten op het paviljoen of tot een vlek op de rondist.

Color

kleur De kleur van de diamant wordt bepaald door visuele vergelijking met een internationaal goedgekeurde reeks ijkstenen. In de praktijk betekent dit dat men kijkt in hoeverre de kleur van een steen afwijkt van een kleurloze (een blauwwitte) diamant. Het merendeel van de diamanten heeft een vleugje geel of is bruingetint en een klein aantal diamanten heeft een kleur die afwijkt van het normale type. Met uitzondering van enkele diamanten in fantasiekleuren (“fancies”) zoals blauw, roze, paars of rood, is de kleurloze diamant, de exceptional white (D+), de meest waardevolle en de meest gegeerde.

Crown

kroon Het gedeelte van de diamant boven de rondist. De kroon bestaat uit een groot, centraal facet bovenaan, de tafel genaamd en uit verschillende lager gelegen facetten.

Culet

kollet Het kleinste facet aan de onderkant van de diamant.

Cut

Cut verwijst naar de interne verhoudingen en afwerkingsgraad van een geslepen diamant en wordt ook wel eens maaksel genoemd. De verhoudingen verwijzen naar de relatie grootte-hoek tussen de facetten en de verschillende delen van de diamant. Als deze verhoudingen ideaal zijn, zal de diamant erg schitteren. Onder afwerking verstaan we de vorm en de plaats van de facetten en het slijpen. Het slijpen beïnvloedt zowel het gewicht als de schittering van de diamant. Naarmate de verhoudingen en de afwerking meer en beter balanceren, zal ook de waarde van de diamant stijgen. Tenslotte wordt aan de steen ook een bepaalde slijpvorm gegeven zoals ronde briljant, peervorm, ovaalvorm, markiesvorm, hartvorm en smaragdvorm.

CZ

kubisch of kristallijn zirkonium Deze stof wordt wijd en zijd gebruikt als nabootsing, imitatie van echte diamant. Zirconium heeft een hoger soortelijk gewicht en geeft minder schittering.

Emerald cut

smaragdvorm Een rechthoekig geslepen diamant. Niet te verwarren met de smaragd, een groen-kleurige edelsteen soort.

Excellent cut

uitstekend maaksel Een officiële term voor een beoordeling die gegeven wordt aan briljanten van uitstekend maaksel. De ‘excellent cut’ beoordeling wordt door zowel de GIA als de Hoge Raad voor Diamant (in samenwerking met het CGL) gedaan.

Extra Facet

Een extra facet dat aangebracht wordt waarbij niet gelet wordt op symmetrie en dat niet wordt vereist door de slijpvorm.

Facet

vlak De glad-gepolijste oppervlakken van een diamant.

Faceted Girdle

geslepen rondist Een rondist die in 32 facetten geslepen werd.

Fancy Diamond

sierdiamant Een diamant met een aantrekkelijke basiskleur met uitzondering van lichtgeel of lichtbruin.

Feather

pluim Een onzuiverheid in de vorm van een witte, pluimachtige barst als gevolg van een scheurtje of breuk in de diamant.

Flaw

onzuiverheid Een foutje of een onzuiverheid van de diamant.

Fluorescence

fluorescentie Sommige stenen gloeien als het ware op en krijgen een blauwachtige gloed wanneer ze in het donker onder ultraviolet licht worden bekeken. Fluorescentie kan variëren van ‘geen’ voor de afwezigheid van een gloed, over ‘zwak’, ‘gering’ en ‘middelmatig’ tot ‘sterk blauw’ voor de aanwezigheid van een sterke gloed. Zo’n overmatige blauwe fluorescentie kan de diamant in het daglicht een olieachtige uitstraling geven.

Fracture

breuk Een barstje in de oppervlakte van de diamant.

GGG

Gadolinium Gallium Garnet, een moderne imitatie van een echte diamant.

GIA

Gemological Institute of America. Dit Amerikaans gemmologisch instituut verricht onderzoek naar diamanten en levert betrouwbare certificaten voor diamant.

Girdle

rondist De grootst mogelijk omtrek of de uiterste rand van de diamant die als het ware een band of riem vormt rond de diamant.

Grain Center

Een klein gebied waar geconcentreerde vervorming van kristalstructuur optreedt; wordt meestal geassocieerd met een speldenpunt.

Hardness

hardheid Hardheid verwijst naar hoeverre een mineraal bestand is tegen krassen op een glad oppervlak. De schaal van Mohs die relatieve hardheid meet, bestaat uit 10 mineralen en hun hardheidscoëfficiënt. Elk mineraal op die schaal kan mineralen met een lagere hardheidscoëfficiënt bekrassen maar kan zelf alleen krassen oplopen van alle hoger gerangschikte mineralen met een hogere hardheidscoëfficiënt. Diamant is het hardste mineraal dat de mens kent. Zijn hardheidscoëfficiënt bedraagt 10 op de schaal van Mohs.

HRD

Hoge Raad voor Diamant. Een onafhankelijke organisatie zonder winstbejag in Antwerpen voor de Belgische diamanthandel en -nijverheid. Zij bieden betrouwbare en onpartijdige diamantcertificaten aan. De HRD wordt gecontroleerd (oa de normering) door de Belgische overheid.

Hue

kleurschakering Zuivere, prismatische kleuren die nuanceringen en mengelingen van rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet omvatten.

Imitation

nabootsing

Included Crystal

Een mineraal kristal in een diamant.

Inclusion

insluitsel Een onzuiverheid binnen in de diamant.

Internal Graining

Aanwijzingen van onregelmatige kristalgroei aan de binnenkant van de diamant. Dit kan er ofwel gekleurd, reflecterend of als melkachtige zwakke lijntjes uitzien.

Irradiated diamond

bestraalde diamant Een diamant die – opzettelijk – is blootgesteld aan straling. Dit wordt soms gedaan om bijv. de kleur te veranderen.

Knot

knoop Een kristal in de diamant dat zich uitstrekt tot op de oppervlakte van een geslepen diamant.

Laser Drill Hole

kanaaltje Een minuscuul buisje veroorzaakt door laserstralen. De opening aan de oppervlakte lijkt op een kuiltje terwijl het kanaaltje veel weg heeft van een naald. Is soms waarneembaar op bewerkte diamanten.

Loupe

loep Een vergrootglas dat meestal 10 keer vergroot; de 10x vergrotende loep is de ijk-standaard in de diamantwereld.

Melee

Dit zijn kleine diamanten van minder dan 0,20 karaat, meestal ligt hun waarde rond 0,10 karaat.

Mohs scale

de schaal van Mohs De tienpuntenschaal die de hardheid van mineralen meet. De 10 mineralen die tegenover elkaar afgemeten worden zijn: talk (met een hardheidscoëfficiënt van 1), gips, kalk, fluoriet, apatiet, turkoois, kwarts, topaas, robijn en safier en diamant (met hardheidscoëfficiënt van 10).

Moisannite

moissaniet (siliciumcarbide) Deze imitatie van diamant, een dubbele breking is één van de weinige duidelijke dingen waarmee hij van echte diamant te onderscheiden valt.

Natural

natuurdiamant / natuurdeel Een deel van de ruwdiamant dat na het snijproces overblijft op de afgewerkte diamant. Meestal wijst dit op het werk van een (te) kostenbewuste snijder die zo probeert het gewicht van de ruwe diamant maximaal te behouden.

Needle

naald Een lang en dun kristal aan de binnenkant van de diamant dat eruit ziet als een kleine naald.

Nick

kartel Een kras of een scherf aan de rondist of een facetnaad.

Off Make

“misbaksel” Een diamant waarvan de verhoudingen onvoldoende of ronduit slecht zijn.

Old European Cut

Ronde slijpvorm die erg gelijkt op ronde briljant maar een erg kleine tafel heeft met een grote kroon. Vandaag de dag niet erg populair meer omdat het in schittering de moderne briljant niet kan evenaren.

Pavilion

paviljoen Het onderste deel van de diamant, onder de rondist.

Pinpoints

speldenpunten Minuscule stipjes binnen in de diamant. Een groep stipjes kan een troebele wolk vormen.

Pit

kuiltje Een kleine opening die er vaak uitziet als een witte stip.

Point

punt Een punt is één honderdste van een karaat. 1 karaat telt dus 100 punten. Bijvoorbeeld de kleine briljanten, variëren van 0,5 tot 20 punten.

Polish Lines

polijst lijnen Kleine parallel lopende lijnen die ontstaan na het slijpen. Fijne parallellopende ribbels beperkt tot één enkel facet, veroorzaakt door onregelmatigheden in de kristalstructuur; of fijne parallelle geslepen groeven, ontstaan door onregelmatigheden in het oppervlak.

Polish Mark

polijst spoor Een sluier op het oppervlak van de diamant ontstaan door overmatige hitte (wordt ook wel eens brandplek of ‘burned facet’ genoemd) of een niet-egaal geslepen oppervlak dat ontstaat door onregelmatigheden in de structuur.

Rough Girdle

ruwe rondist Het korrelige of met kuiltjes bedekte oppervlak van een rondist, vaak met inkepingen bedekt.

Round Brilliant cut

ronde briljant De ronde briljant is met zijn 57 (of 58 facetten de culet meegerekend) en een minimum aan verlies bij het slijpen, de klassieke en meest voorkomende moderne slijpvorm. De ronde briljant is ook de meest gewaardeerde wegens zijn efficiënt gebruik van licht, waardoor schittering en glans toenemen.

Saturation

kleurenintensiteit De intensiteit van een kleur kan variëren van neutraal tot levendig en intens.

Scratch

krasje Een kras dat eruit ziet als een kleine, fijne witte lijn, ofwel gebogen ofwel recht.

Simulant

nabootsing of imitatie Natuurlijke of kunstmatige stoffen die zo sterk op diamant lijken dat ze voor echt kunnen doorgaan. Glas, zirkoon en moissaniet is maar een greep uit de vele voorbeelden.

Spread diamond

Een diamant met een grote tafel maar met een dunne kroon.

Surface Graining

Aanwijzing aan de oppervlakte van een structurele onregelmatigheid. Lijkt op fijne facetnaden en kan het oppervlak een golvend of met groeven bedekt aanzicht geven.

Tone

toon De plaats van een kleur op een schaal die varieert van wit naar zwart.

Treated Diamond:

behandelde diamant Een diamant waarvan de basiskleur ontstaat door een vorm van kunstmatige bestraling, vaak in samenhang met gecontroleerde opwarming (ook annealing genoemd). Andere mogelijke behandelingen van diamanten zijn: bedekken met een kleurlaag, opvullen van breuken, afbleken van vlekken d.m.v. laser, elektromagnetische conductie, witten.

Twinning Wisp

Tegen of in elkaar gegroeide kristallen van dezelfde of van verschillende vorm; deze vervorming van de kristalstructuur kan leiden tot een sluiergebied; wordt vaak geassocieerd met een dubbel vlak.

YAG

Yttrium Aluminium Granaat is een moderne nabootsing en kan gebruikt worden als imitatie voor natuurlijke diamant.

Zirconium

zirkoon Zirkoon is een metaal dat vrij in de natuur voorkomt. De synthetische nabootsing van dit mineraal heet kubisch zirkonium en is een imitatie.